vertrouwen; framing; publiekscommunicatie, open communicatie; eerlijk

Win vertrouwen; bak geen zoete broodjes

Beslissers willen hardnekkig hun besluiten ‘positief geformuleerd’ naar buiten brengen. Nieuws waar de doelgroep mogelijk tegen te hoop loopt moffelen ze graag weg, ternauwernood in de voetnoot. De misvatting is dat daardoor mensen minder snel in verzet zouden komen. Onterecht. Je kunt beter proberen vertrouwen te verdienen door in je communicatie eerlijk te zijn.

Wie een nieuwe spoorlijn door zijn achtertuin krijgt zit niet te wachten op gekir over hoe treinen voortaan nóg stipter rijden. Als je ontslagen wordt om de aandeelhouder te paaien ben je logischerwijs laaiend. Dat Nederland zich moreel verplicht voelt zich te ontfermen over mensen die elders in de verdrukking komen maakt dat AZC naast je huis niet lichter verteerbaar.

Overrompelen
IJzerenheinig proberen beslissers steeds weer mensen onder te dompelen in (of: te overrompelen met?) praatjes voor de vaak. Ze belichten louter de voordelen van een besluit en doen een beroep op het vertrouwen dat ze nog niet verdienden. De veronderstelling lijkt dat het publiek daardoor eerder bereid is bezwaren op te geven.

Het effect is tegengesteld: achterdocht en weerzin vieren hoogtij. Betrokkenen (getroffenen?) voelden zich tóch al met de rug tegen de muur gezet. Nu mogen ze eerst zelf het slechte nieuws tussen de als goed nieuws vermomde holpraat uitplukken en mogen het vervolgens niet meer ‘slecht nieuws’ noemen. Want dan staan ze er direct op als bekrompen, egocentrisch en xenofoob.

En bedankt.

Kloven
Het gaat sinds het Oekraïne-referendum, Brexit en de verkiezing van Trump over ‘de kloof’. Er zíjn inmiddels nogal wat kloven: die tussen arm en rijk, jong en oud, mediawijs en bevattelijk voor complottheorieën, elite en gepeupel, slim en dom, empathisch en onbeleefd, belastingbetalers en zakkenvullers.

Het zou al een stuk schelen als bestuurders, bedrijven en organisaties zich écht verplaatsten in de bezwaren tegen hun beleid. Als ze op voorhand eerlijker waren over de wissel die ze op andermans leven trekken. Erkenden en begrepen dat niet iedereen bij hun besluiten enthousiast staat te juichen. Beseften dat berichten over ‘het stroomlijnen van de organisatie’ (lees: ontslagen) niet beter worden ontvangen als je alleen maar lachende mensen op de cover van je personeelsblad zet (ik verzin dit niet!). Als ze écht moeite zouden doen het vertrouwen van de aan hen overgeleverden te verdienen.

Offers
Een spoorlijn door je wijk, ontslag of een AZC als naaste buur zijn, hoe je het ook wendt of keert, forse persoonlijke offers aan het algemeen belang. Erken zo’n offer ruiterlijk en betoon je begaan met wie het brengt. Alleen dan weet de getroffene dat het je iets kan schelen. Alleen dan neem je hem waarlijk serieus. Alleen zo kweek je vertrouwen. Tot die tijd kun je een betekenisvolle dialoog gevoeglijk op je buik schrijven.

(En laten we neerbuigende listigheidjes als ‘Jammer dat u dat zo ervaart’ of ‘Mijn excuses voor het feit dat u me verkeerd begreep’ in de ban doen. Mensen zijn niet langer te paaien met dat soort retorische goocheltrucs.)