open communicatie, vertrouwen, angstcultuur

Angstcultuur? Vis begint te stinken bij de kop!

In de meeste gevallen gaat het goed of leven beslissers in een bedrijf of organisatie prettig langs elkaar heen. Wanneer het onverhoopt schuurt binnen de Decision Making Unit hebben vooral lagere echelons veel last van de angstcultuur die daarvan het gevolg kan zijn. Wie grijpt in?

‘Ze’ begrepen er bij Productie niks van, vond het managementteam. Was net besloten dat het voortaan ‘zus’ moest, deden ze het in de hal toch weer gewoon ‘zo’. Zo ging het nou altijd, het leek verdomd wel sabotage. Toen wij vroegen of ze eens wilden uitleggen hoe ‘zus’ er precies uit moest zien, bleken de negen (9!) MT-leden er allemaal toch nét andere ideeën en beelden op na te houden. “Tja”, constateerden wij, “als jullie het zélf al niet eens weten…”

In het geval van bovengenoemde fabriek was onkunde de oorzaak van de verwarring. Soms zijn het machtsstrijd, territoriumdrift of kinnesinne. Als burgemeester en wethouders niet duidelijk met elkaar hebben afgestemd of de focus op (ik roep maar wat) kostenbeheersing, veiligheid of transparantie ligt, doe je het als ambtelijke organisatie altijd fout. Wanneer je Raad van Bestuur zowel voorzichtige merkbouwers als agressieve concurrentbestrijders en -opkopers bevat – die elkaar wederzijds gloedvol de juistheid hunner strategie betwisten – heb je het als medewerkers op het hoofdkantoor evenzeer zwaar te halen.

Soelaas
Een begrijpelijke reactie is dan de armen in de lucht te gooien en ‘Ze zoeken het maar uit!’ roepen. Intussen hoop je dat gemeenteraadsverkiezingen, bestuurscrisis of opstandige aandeelhouders snel soelaas zullen bieden.

De organisatie zal tot die tijd almaar zieker, besluitelozer en stuurlozer worden. Sleutelfiguren tellen hun knopen en kiezen partij, wachten af of knijpen ertussenuit. Binnen verbluffend korte tijd steekt een angstcultuur de kop op, de uitgelezen voedingsbodem voor intriges, kuiperijen en Griekse drama’s. Zo integer als eenieder met de mond belijdt te zijn laten weinigen een opgelegde kans om de eigen positie te verbeteren schieten. Wat bewoners, klanten of moraliteit behoeven wordt van ondergeschikt belang. Roddel, achterklap en onzekerheid kabbelen door de gangen.

Nú!
Geacht management: word wakker, dóe iets! Nú is het tijd een paar externen in te vliegen die de verantwoordelijken, op welke verdieping ze zich ook mogen ophouden, met de koppen tegen elkaar durven knallen. Recruteer er een paar die de kastanjes uit het vuur plukken voor het te laat is. Die met kracht van argumenten, persoonlijk gezag en begrip voor ieders positie College- of RvB-leden wijzen op hoe desastreus het pad is dat ze zijn ingeslagen. “Júllie komen wel weer fijn terecht, qua inkomen en zo. Er ligt vast nog wel ergens een gouden parachute klaar. Maar hoe zit dat met de mensen die je beloofde te leiden? En hoe wil je precies herinnerd worden door de markt, de gemeente, de geschiedenis?”

Wanneer het je niet zelf lukt, haal dan iemand van buiten die de trap van boven naar beneden schoon kan vegen, wel wetend dat er voor hen sowieso geen toekomst bij de betreffende club in het verschiet ligt. Maar dóe iets tegen misverstanden en angstcultuur. Het is al bijna te laat (Is dit zomaar een pleidooi voor de inhuur van externen geworden…)