frame; klokkenluider; advies; woordvoering

“Klókkenluider…?!” – de kracht van een frame

Soms zijn ‘klokkenluiders’ welbeschouwd niet meer dan niet al te heldhaftige anonieme mailtjesschrijvers. Hen zo noemen trekt acuut hun mantel van heroïek weg en toont hen als de lafaards die ze zijn. Een wethouder ontleende rust aan deze kracht van het woord, ook wel ‘frame’ genoemd.

Een anonieme mail aan de plaatselijke krant. Binnen de afdeling Infra van de middelgrote gemeente ergens in het land was het grondig mis. De kosten voor een nieuwe brug over het kanaal waren aantoonbaar miljoenen te laag begroot en de wethouder had dat feit bewust verzwegen voor de raad.

De krant ging tot publicatie over (“Meerdijkse klokkenluider meldt voor miljoenen aan misstanden” – dat werk) en een raadslid vroeg daarop een interpellatie aan. Die avond was de extra raadsvergadering. Besloten, omdat er wellicht offertebedragen over tafel zouden gaan. Wethouder Karel (zo heten al onze cliënten, heel gek) zag zich geroepen de hulp van mijn collega en mij in te roepen. Of we die vergadering mee wilden voorbereiden.

Volslagen uit de lucht gegrepen
Die middag leerden we meer over bruggen, betonconstructies, slijt- en deklagen dan we ooit zullen onthouden. Er bleek inderdaad een fout te zijn gemaakt: de toplaag en de belijning van het wegdek waren niet geoffreerd en zouden als meerwerk gerekend worden. Dat scheelde op een brug van een paar miljoen toch al gauw enkele tienduizenden euro’s.

“Fijn. Dus we kunnen vaststellen dat deze zogenaamde klokkenluider geen ter zake ingevoerde bron is”, stelden we vast. “Er is wel íets niet helemaal lekker gegaan, maar de claims over miljoenen, mismanagement en het foutief informeren van de raad zijn volslagen uit de lucht gegrepen. De totale kostenoverschrijding voor die brug bedraagt hooguit een procent. Niet slecht gedaan, mensen.”

“Maar de klokkenluider heeft wél de krant gehaald”, constateerde het afdelingshoofd Infra somber.
“En er ís een interpellatie aangevraagd”, vulde Karel aan.
“Het gaat om het beeld”, ging Communicatie verder. “Zo’n klokkenluider haalt een hoop overhoop in…”
“Wacht even. Klókkenluider?!”, onderbrak ik – een slechte eigenschap, ik weet het. “Een klokkenluider is een held. Iemand die weet heeft van een heuse misstand, deze eerst intern aanhangig probeert te maken en vervolgens, als hij geen andere uitweg meer ziet, naar buiten treedt om het algemene belang te dienen.”

Toetsenbordridder
“We hebben hier niet te maken met een held. Integendeel. Het is een laffe anonieme mailtjesschrijver. Een toetsenbordridder. Geen benul van waar hij het over heeft. Als een kind zo blij dat hij de krant haalt. Dat hij erin slaagt zowel de wethouder als de raad aan het werk te zetten. Dat hij loze verdachtmakingen kan spuien. Mensen totaal onterecht als onbekwaam kan framen en nog gehoor vindt ook. Laten we de aanstichter vanaf nu zien voor wat hij is: een laffe, anonieme mailtjesschrijver.”

Mijn collega nam het over. “Misschien beter om vanavond dat ‘laffe’ weg te laten”, sprak hij fijntjes. “Maar neem niet het frame ‘klokkenluider’ over als raadsleden dat gebruiken.” Na een blik rond de tafel: “Ik stel voor dat we hier beginnen het frame ‘anonieme mailschrijver’ voortaan consequent te hanteren. Wég met ‘klokkenluider’.”
“Nou zeg je ’t zélf!”, grapte Karel. De boodschap was geland.

Stevig de oren gewassen
De besloten raadsvergadering duurde best lang – we begonnen ons al bijna zorgen te maken.

“Het raadslid is stevig de oren gewassen”, glunderde Karel na afloop. “Of hij volgende keer drie keer na wil denken alvorens laffe – dat zeiden zij! – en anonieme verdachtmakingen serieus te nemen. Dat de raad anders moest overwegen een motie van wantrouwen tegen hém in te dienen.”

(Sommige omstandigheden zijn, om redenen van anonimiteit en discretie, een beetje aangepast. Als Karel en zijn medewerkers zichzelf niettemin herkennen: hartelijk gegroet!)