Vreedzame onderduiker

Verzuip ons niet, overheid

Alle aandacht die overheden opeisen gaat ten koste van onze aandacht voor iets of iemand anders. Dat mogen communicatieafdelingen en bestuurders zich best wat vaker realiseren.

De communicatieadviseur van de gemeente is er niet om de wethouder in het zonnetje te zetten – dat kunnen die wethouder en zijn partij via sociale media prima zelf. Dat de burgemeester gezellig doet voor en met bejaarden of kinderen mag ze helemaal zelf weten. En hoe goed er ook over nagedacht is, het is niet aan welke beleidscommissie dan ook om met gemeenschapsgeld inwoners van de beste mening (“U vindt toch zeker ook dat..?”) te overtuigen.

De ideale overheid geeft ons de informatie waar we echt niet buiten kunnen. Voor de rest houdt ze zich bereikbaar voor vragen en problemen en reageert daar vlot op, in gewoon Nederlands.

‘Nulsomspel’
Anders dan welvaart of voorspoed is aandacht een ‘nulsomspel’, een spel waarbij een speler alleen kan winnen wat een ander verliest. Iedere dag telt maar 24 uur waarin doorlopend aan ons wordt getrokken. Bedrijven, winkeliers, nieuws, sport, sociale media, Belastingdienst, familie, goede doelen, hobby’s en hypes bedelen allemaal om tijd, geld en aandacht. Daar door- en overheen roepen gemeente, provincie en rijk over zaken die we niet zouden missen als we ze niet hoorden – en dus gillen ze des te harder. Nóg een grappige animatie, een leutig filmpje of een o zo geinig bedoelde advertentiecampagne. ‘Er is zó hard gewerkt aan initiatief zus-en-zo, dit móet iedereen weten anders is het zonde!’

Alle aandacht die de overheid en haar bestuurder zo op zichzelf weten te richten, is met belastinggeld weggekaapt van mensen die de eigen broek op moeten zien te houden. Dat is oneerlijke concurrentie.

Kunnen we afspreken, geachte boven ons gestelden, dat u voortaan iets minder vaak en krampachtig bij ons in beeld probeert te komen? Dat u in plaats daarvan dienend en te allen tijde aanspreekbaar bent? (Zo’n bescheiden opstelling doet wonderen voor je betrouwbaarheid en geloofwaardigheid, trouwens. Maar da’s misschien een onderwerp voor een andere keer.)