Minder roepen, meer raken.
Overheden communiceren zich een ongeluk. Nieuwsbrieven, factsheets, folders, pushberichten, posts, stories, borden, banners, brieven, bijeenkomsten. De gedachte: als we het maar vaak genoeg zeggen, dan weten ze het. Helaas.
Mensen zijn geen harde schijven waar je informatie op wegschrijft. Ze zijn druk. Moe. Afgeleid. Soms ronduit ongeïnteresseerd. En ja, soms lijken ze op verwende kinderen of schuwe dieren: zodra iets hen niet zint, draaien ze zich om en verdwijnen tussen de bosjes van hun eigen prioriteiten.
Toch blijven we pompen. Nóg maar een keer uitleggen. Nóg duidelijker. Nóg vaker. Tot de communicatie zélf het probleem wordt. Want hoe meer we communiceren, hoe sneller mensen afhaken. Hoe meer informatie we over de schutting gooien, hoe minder ervan blijft hangen.
En als mensen dan iets niet weten – bijvoorbeeld hoe je subsidie aanvraagt, waar je bezwaar maakt, of wanneer de nieuwe regeling ingaat – ligt dat niet aan hen. Dan is dat de schuld van de overheid. Je weet toch?
Dus: minder communiceren, meer betekenen. Niet zenden wat jij kwijt wilt, maar aanbieden wat iemand nodig heeft. Op het juiste moment. Op de juiste plek. In taal die aankomt, niet afschrikt.
Niet harder roepen, maar slimmer kiezen. Daar zit de kunst. En de verantwoordelijkheid.