‘Klaar ermee!’? – hoog tijd voor coaching

Ze konden allemaal de boom in. Steeds weer de ellende van voorgangers, College en anderen over zich heen krijgen – de gemeentesecretaris liep erop vast. Een paar coachgesprekken en een inventarisatie met College en directieleden later zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden weer voor iedereen duidelijk en hanteerbaar. Het werk is weer prettig geworden.

Bijeenkomst voor boze buurt

De buurt zát al niet te wachten op een kliniek voor forensische psychiatrie en verslavingszorg in hun achtertuin. De ‘Hiep, hiep, hoera!’-brief die de afdeling Communicatie van de gemeente de dag na het beslissende raadsdebat rondstuurt (‘Pietjepuksteradeel staat weer op de kaart!’, dat werk) is olie op het vuur. Er moet, met enige spoed, een ventielsessie komen waar omwonenden, gemeente en instelling nu eens oprecht en eerlijk naar elkaar luisteren – zonder valse verwachtingen. Open Deuren zit de informatieavond voor en bereidt alle sprekers voor op hun rol. Het wordt weer rustig in de buurt.

Stomme strategie: wegduiken voor de media

“Ze moeten ons hebben – en dus zeggen we niks!” De Raad van Commissarissen van een chemisch bedrijf adviseert de directie om vooral niet te reageren op de serie kritische interviews met medewerkers die in de regionale media verschijnt. Iets met ‘stilzitten als je geschoren wordt’. Het bestuur volgt die lijn, tegenwerpingen van de afdeling Communicatie ten spijt. Als ze ons na kantooruren uitnodigen stuift het even stevig in de bestuurskamer. Kunnen ze uitleggen waarom ze hun eigen adviseurs negeren? Niet?

Een dag later wordt de verslaggeefster, de ‘boosdoenster’, gebeld. “Zou je eens langs willen komen? We hebben al veel te lang gezwegen…”

Coaching: “Ben je bereikbaar of beschikbaar?”

Ze is goed in haar werk en zeer gewaardeerd in de cruciale communicatiefunctie die ze vervult. Tot ze, overmand door persoonlijke problemen, haar telefoon te vaak uitzet. Incommunicado zijn leidt eerst tot onzekerheid en dan narrige narigheid. Enkele indringende gesprekken over het verschil tussen bereikbaarheid en beschikbaarheid verder (“Geef een directeur altijd de kans je even kort te horen. Als er écht iets moet gebeuren zet je de collega die er die dag wél is maar aan het werk.”) merkt iedereen verbetering. Het is voor iedereen weer prettiger werken geworden nu collega’s er weer zijn voor elkaar.

Crisiscommunicatie om de wethouder heen

De wethouder is gewend te worden verwend met communicatie zoals hij het hebben wil. Openingetje hier, fotootje in de krant daar. Als het in afwezigheid van de burgemeester eens écht spannend wordt, bij een plots hoogoplopende toestand omtrent veiligheid, drugs en bikers, ziet de interimmer van Open Deuren dat de wethouder het niet trekt. Hij legt daarom, samen met OOV, lijntjes met OM en politie en stemt de gemeentelijke boodschap met hen af. De wethouder wordt gedurende de crisis uit de wind en op de hoogte gehouden en lijkt te opgelucht om dit te beseffen. Iedereen blij.

Een interim-bezem veegt schoner

Verschillende portefeuillehouders met allemaal eigen woordvoerders, beleidsadviseurs en slippendragers – overheden richten hun Afdeling Bestuursondersteuning soms zo onhandig in dat conflicten slechts een kwestie van tijd zijn. We herinneren ons nog die ene joker wiens grootste talenten vergaderen en het aanjagen van gedoe waren. Hoe kort de interim-klus ook, ‘die van Open Deuren‘ roept zo iemand tot de orde. Nadat hij twee keer stevig hard het deksel op de neus krijgt wordt hij zowaar zowat collegiaal. Dat is overigens vrij kort voordat hij alsnog naar elders vertrekt.

De kracht van het compliment

Soms sluipen er patronen in de manier waarop mensen elkaar op den duur hebben leren bejegenen. De inhuurling van Open Deuren breekt daar doorheen. Door wél positief te zijn in zijn communicatie. Door een compliment te geven aan wie dat verdient. Bijvoorbeeld dat zich (begrijpelijk!) luid beklagende Hoofd TD. “Karel, voor je verder gaat: je hebt gelijk. We hádden je eerder moeten inseinen. Stom, sorry. Ik wou even zeggen dat ik het echt geweldig vond dat je er gisteravond tóch gewoon stond.” “O, eh. Nou, eh, graag gedaan.” Karel voelt zich gezien en gewaardeerd en verlaat met verlichte tred de kamer.

Bestuurlijke willekeur gestopt

“Die meneer laat zich adviseren door een raadslid uit de coalitie. Daar kan ik niet gaan handhaven, o nee, dan heb ik de poppen aan het dansen.” De wethouder wil uit politieke gemakzucht een inwoner laten wegkomen met het zonder vergunning bouwen van een gigantisch, beeldvervuilend tuinhuis. Zijn adviseurs zijn radeloos, ‘hoe gaan we ooit nog wie dan ook met goed fatsoen aan de regels kunnen houden?’ De interim-adviseur besluit uit een ander vaatje te tappen: dat van de angst. “Wanneer gaan we overleggen over hoe jij dit staaltje willekeur en klassenjustitie aan de krant gaat uitleggen?”, vraagt hij langs zijn neus weg. Het tuinhuis houdt geen stand.

Hoe overtuig je iemand van je waarde?

Als je als maatschappelijke organisatie de sociale infrastructuur van een samenleving wilt aanleggen en onderhouden, fronsen sommige politici bij voorbaat de wenkbrauwen. De natuurlijke reactie is dan daar tegenin te gaan. Terwijl je je eigen stem hoort klimmen en daarmee almaar zieliger en defensiever klinkt, probeer je de criticaster ervan te overtuigen dat jullie, echt wel, heus wel, van meerwaarde zijn. “Laat je niet verleiden tot een wedstrijdje boekhouden in een moeras van arbitraire cijfers”, houden we de directeur-bestuurder voor. “Overtuigend zijn begint bij overtuigd zijn.” Voortaan betreedt hij de politieke arena met nét dat beetje extra zelfvertrouwen.

Redactie boek

Het bedrijf bestond in de huidige vorm vijf jaar en stond op het punt op te gaan in weer een ándere onderneming. Over hun bijzondere bedrijfsprocessen (waar we niets over mogen vertellen anders dan dat ze niet geschikt waren voor rondleidingen of open dagen) wilden ze een boek voor alle medewerkers. Een mooie, stevige schrijfklus in nét te weinig tijd verder lag er een schitterend bewaarexemplaar. Voor later.