Nervositeit onder tv-lampen

Een goede persconferentie begint te laat

In de tijd dat we ons probeerden te weren tegen een pandemie zagen we veel persconferenties. Ze begonnen allemaal precies op tijd. Da’s ergens best veelzeggend.

Je besluit de pers centraal te informeren. Eén moment, onder eigen regie, waarop je in je eigen woorden en ononderbroken kunt vertellen wat er aan de hand is. Je gaat alles rustig op een rijtje zetten en presenteren. Achtergronden, afwegingen, obstakels en een telefoonnummer voor het publiek. Dé manier om paniek en speculatie voor te blijven. Hoe laat is iedereen er? Mooi, dan kunnen we een uurtje later de pers wel bestellen. Prima, doen we!

Lees meer >

Vreedzame onderduiker

Verzuip ons niet, overheid

Alle aandacht die overheden opeisen gaat ten koste van onze aandacht voor iets of iemand anders. Dat mogen communicatieafdelingen en bestuurders zich best wat vaker realiseren.

De communicatieadviseur van de gemeente is er niet om de wethouder in het zonnetje te zetten – dat kunnen die wethouder en zijn partij via sociale media prima zelf. Dat de burgemeester gezellig doet voor en met bejaarden of kinderen mag ze helemaal zelf weten. En hoe goed er ook over nagedacht is, het is niet aan welke beleidscommissie dan ook om met gemeenschapsgeld inwoners van de beste mening (“U vindt toch zeker ook dat..?”) te overtuigen. Lees meer >

‘Lief dagboek…’

Het was een hectische tijd waarin (inter)nationale problemen bij de landelijke gemeente over de plinten kwamen klotsen. Gedoe en emotie maar wethouder Karel, zo vond vriend en vijand, deed het prima. De krant wilde een interview, “over hoe hij de zaken persoonlijk beleefd had en zo”.

De woordvoerder kende de verslaggever onvoldoende om te weten wat die met Karels ontboezemingen zou doen. Vette kop erboven (da’s altijd ‘de eindredactie’) en het is weer bal-met-spetters. Hij deed de verslaggever daarom het idee aan de hand van ‘een week uit het dagboek van Karel’. “Kun je meelezen met zijn gedachten, contacten met omwonenden, aanloop naar die raadsvergadering – van binnenuit!”

Ja, leuk idee, fris ook! Tot de woordvoerder informeerde hoeveel woorden dat artikel dan zou mogen tellen (‘de opmaak kost ook ruimte, hè?’). Hoezo? Waarom wilde hij dat weten? “Nou… dan kan ik Karel vertellen hoe lang zijn dagboekaantekeningen mogen zijn.” Nee. Nee, dat kon toch echt niet de bedoeling zijn. De verslaggever schreef het zelf, uiteraard. ’t Was toch zíjn krant!?

“Wacht even: jij wilt het dagboek van de wethouder gaan schrijven..?!” De wethouder mocht het natuurlijk nog wel even lezen voor publicatie.

Karel en de woordvoerder bedankten schaterlachend voor de eer.

‘Wat ga je zeggen..?’

Toen een autobedrijf besloot een hekwerk om zijn pand heen te zetten en zich al doende slordig metend enkele tientallen meters gemeentegrond toe-eigende, zat wethouder Karel daarmee in zijn maag. Zijn projectleider was duidelijk: “Dit kan écht niet! Los van het feit dat we ons als overheid niet moeten laten bestelen, zitten er in die grond drukleidingen waar we in geval van nood snel bij moeten kunnen. Laat mij die man vertellen dat-ie dat hek nú neerhaalt.”

Karel zag dat niet zitten. Bij zijn weten werd de garagist geadviseerd door een lastige oud-wethouder en daar wilde hij geen onmin mee riskeren. Zijn woordvoerder werkte na de bijeenkomst snel iedereen de kamer uit, sloot de deur en bedreigde de wethouder. “Bereid jij zelf even voor wat je gaat zeggen als de krant hierover belt? Cliëntelisme, willekeur en lafheid zijn wankele pijlers onder een goed verhaal.”

De volgende dag was het hek weg.

Begraafplaats

‘Ze dansen op de graven!’

Een dansgroep mocht een voorstelling brengen over rouw en het vieren van het leven. Als decor koos ze een begraafplaats. Toen burgers daar lucht van kregen en opspeelden, bleek de besluitvorming niet bestand tegen de beeldvorming. Het bevoegd gezag koos de aftocht en trok de vergunning in.

De vergunning was volgens de regelen der kunst aangevraagd én verleend. De wethouder was daarin naar eigen zeggen niet gekend en merkte pas dat er wat stond te gebeuren toen er commotie ontstond. Het aloude ‘communicatiefoutje’ werd van stal gehaald.

Lees meer >

Goed beleid verkoopt zichzelf

Of we mee wilden denken en schrijven aan een plan om de lokale samenleving na de pandemische stilstand weer op gang te trekken? Verenigingen, ondernemers en inwoners werden uitgedaagd ideeën te bedenken en ontvouwen om er na alle lockdowns samen weer tegenaan te gaan, de gemeente betaalde (mee aan) de uitvoering. We schreven het plan en het erop volgende raadsvoorstel in leesbaar, toegankelijk en enthousiasmerend Nederlands. “Doe niet te ingewikkeld over voorwaarden en reglementen en geef goede voorbeelden ruimschoots aandacht. Dat helpt beter dan welke advertentie- of sociale mediacampagne dan ook”, beloofden we.

Dat bleek.

Crisisnoodopvang

Asielzoekers? Vergeet je inwoners niet!

De Rijksoverheid schuift steeds meer problemen, zoals de asielcrisis, af op gemeenten. Jammer dat die vervolgens van schrik te vaak vergeten zich écht te verplaatsen in hun inwoner. Die wil alleen maar snel weten wat er staat te gebeuren zonder zich eerst een weg door hoogdravende, wollige taal te moeten kappen.

Of het nu gaat om coronamaatregelen, asielzoekers, statushouders of de energiecrisis: je doet er als gemeente weinig aan. Jij bepaalt niet of er wereldwijd een virus rondwaart en hoe dat het best te bestrijden. Geen Nederlandse burgemeester kan Poetin terechtwijzen. Schaarste, oorlog of angst die mensen deze kant op jagen liggen evenzeer buiten je invloedssfeer. Lees meer >