‘Lief dagboek…’

Het was een hectische tijd waarin (inter)nationale problemen bij de landelijke gemeente over de plinten kwamen klotsen. Gedoe en emotie maar wethouder Karel, zo vond vriend en vijand, deed het prima. De krant wilde een interview, “over hoe hij de zaken persoonlijk beleefd had en zo”.

De woordvoerder kende de verslaggever onvoldoende om te weten wat die met Karels ontboezemingen zou doen. Vette kop erboven (da’s altijd ‘de eindredactie’) en het is weer bal-met-spetters. Hij deed de verslaggever daarom het idee aan de hand van ‘een week uit het dagboek van Karel’. “Kun je meelezen met zijn gedachten, contacten met omwonenden, aanloop naar die raadsvergadering – van binnenuit!”

Ja, leuk idee, fris ook! Tot de woordvoerder informeerde hoeveel woorden dat artikel dan zou mogen tellen (‘de opmaak kost ook ruimte, hè?’). Hoezo? Waarom wilde hij dat weten? “Nou… dan kan ik Karel vertellen hoe lang zijn dagboekaantekeningen mogen zijn.” Nee. Nee, dat kon toch echt niet de bedoeling zijn. De verslaggever schreef het zelf, uiteraard. ’t Was toch zíjn krant!?

“Wacht even: jij wilt het dagboek van de wethouder gaan schrijven..?!” De wethouder mocht het natuurlijk nog wel even lezen voor publicatie.

Karel en de woordvoerder bedankten schaterlachend voor de eer.

‘Wat ga je zeggen..?’

Toen een autobedrijf besloot een hekwerk om zijn pand heen te zetten en zich al doende slordig metend enkele tientallen meters gemeentegrond toe-eigende, zat wethouder Karel daarmee in zijn maag. Zijn projectleider was duidelijk: “Dit kan écht niet! Los van het feit dat we ons als overheid niet moeten laten bestelen, zitten er in die grond drukleidingen waar we in geval van nood snel bij moeten kunnen. Laat mij die man vertellen dat-ie dat hek nú neerhaalt.”

Karel zag dat niet zitten. Bij zijn weten werd de garagist geadviseerd door een lastige oud-wethouder en daar wilde hij geen onmin mee riskeren. Zijn woordvoerder werkte na de bijeenkomst snel iedereen de kamer uit, sloot de deur en bedreigde de wethouder. “Bereid jij zelf even voor wat je gaat zeggen als de krant hierover belt? Cliëntelisme, willekeur en lafheid zijn wankele pijlers onder een goed verhaal.”

De volgende dag was het hek weg.

Begraafplaats

‘Ze dansen op de graven!’

Een dansgroep mocht een voorstelling brengen over rouw en het vieren van het leven. Als decor koos ze een begraafplaats. Toen burgers daar lucht van kregen en opspeelden, bleek de besluitvorming niet bestand tegen de beeldvorming. Het bevoegd gezag koos de aftocht en trok de vergunning in.

De vergunning was volgens de regelen der kunst aangevraagd én verleend. De wethouder was daarin naar eigen zeggen niet gekend en merkte pas dat er wat stond te gebeuren toen er commotie ontstond. Het aloude ‘communicatiefoutje’ werd van stal gehaald.

Lees meer >